Gedrag is een reactie op een prikkel. Er zijn prikkels die van buiten komen: als de televisie te hard staat, zet je hem zachter. Prikkels kunnen ook vanuit het lichaam komen: als je jeuk hebt, ga je krabben. Er is bewust gedrag en gedrag waar je je niet van bewust bent.
Gedurende je leven leer je je gedrag sturen, op basis van ervaringen die je op doet, normen en waarden die je leert kennen en de ontwikkeling van je eigen karakter. Zo zullen de meeste mensen niet ongegeneerd krabben in het bijzijn van anderen, zeker niet op genante plaatsen 🙂
Controle over je gedrag is een samenspel van gedachten, gevoelens en ervaringen. De controle neemt af als je onder grote spanning staat, als je een beperking hebt of een traumatische ervaring hebt doorgemaakt. In die gevallen is het moeilijker om aangepast gedrag te vertonen en zul je sneller problemen ervaren in het sociale leven.
Mensen zijn geneigd gedrag te kiezen om onprettige sensaties voor henzelf op te heffen. In situaties waarin zij zich niet fijn voelen, gaan ze gedrag vertonen om uit die situatie te komen en als dat niet kan passen ze zich aan. De meeste reacties zijn terug te voeren naar een oeroud instinctief mechanisme van vechten, vluchten of bevriezen.
Normaal gesproken heb je invloed op de keuzes die je maakt. In sommige situaties kies je er voor om je te onttrekken aan onplezierige situaties, in andere is het beter om de confrontatie aan te gaan en onder invloed van angst doe je vaak niets.
Terug naar het voorbeeld van de televisie die te hard staat en waarin anderen niet willen dat de TV zachter gaat. Je hebt de keuze om weg te lopen, ruzie te gaan maken om toch je zin te krijgen of je te schikken in de situatie. Afhankelijk van jouw gevoel en gedachten op dat moment maak je die keuze.
Problemen met gedrag
De eerst vraag die bovenkomt is: van wie is het probleem? Van degene die het gedrag vertoont of van een ander die het gedrag waarneemt en er last van heeft?
Mensen kunnen niet “geen gedrag” vertonen; met je manier van doen geef je informatie over hoe het met je gaat. Je lichaamshouding, de plaats die je inneemt in de ruimte, je mimiek, je spierspanning en de manier waarop je je beweegt zijn te zien voor anderen.
In de interpretatie van gedrag gaat nogal eens iets mis. Iedereen kent wel de opmerking “wat kijk je boos”, terwijl jij diep in gedachten bent. Of “zit nou eens stil” als jij nodig moet plassen en de vergadering niet onnodig wilt verstoren.
Interpretaties komen voort uit onder andere verwachtingen, referentiekader, persoonlijkheid en de relatie die tussen mensen bestaat.
Oplossingen
- Geef de ander ruimte om te zijn wie hij is. Ieder mens wil graag gezien, gehoord en erkend worden om wie hij is.
- Wees open en oordeel niet te snel. Vooroordelen, invulling en aannames belemmeren een gelijkwaardige omgang met anderen.
- Door nieuwsgierig te zijn naar de gedragingen van anderen, kun je er met meer afstand naar kijken. Veel gedrag van anderen is niet bedoeld om het jou persoonlijk moeilijk te maken.
- Voorkom misverstanden door duidelijk te zijn in je communicatie. Betrouwbaarheid, voorspelbaarheid en vertrouwen ontstaan als je doet wat je zegt en zegt wat je doet.
Wat kun je zelf doen?
Bewust omgaan met je eigen gedrag en dat van anderen, maakt jouw leven makkelijker. Jij hebt invloed op je eigen gedrag en daarmee oefen je ook invloed uit op anderen. Wil je weten hoe je dat aanpakt? Wil je aan de slag met situaties die je nu tot wanhoop drijven? Neem dan eens contact op met Aansluiten Bij Communicatie, mail: karen@aansluitenbijcommunicatie.nl of neem een kijkje op www.aansluitenbijcommunicatie.nl
Dit is op Aansluiten Bij Communicatie herblogden reageerde:
25 februari 2017
LikeLike